Die meneer die niet kan ophouden met praten. De patiënt die steeds opnieuw belt voor geruststelling. De mevrouw die steeds opnieuw emotioneel wordt en het maar niet lijkt te “zakken”. Maar ook die ene klinische patiënt aan wie je eigenlijk niet direct iets merkt, maar die zo’n moeite heeft om in slaap te vallen in het vreemde ziekenhuisbed. Allemaal gaan ze gebukt onder spanning die niet gemakkelijk ontlaadt. Wat kun jij doen?